top of page

Een kijkje in mijn hoofd

mijn grote hersenen, je zou het niet denken, bestaan uit twee 
de ene noem je links, de andere heet rechts van lieverlee

soms werken ze samen, soms werkt er eentje wat minder mee...

De vogel en de appelboom

Daar kwam hij, de stoere man met zijn reusachtige zaag en het kleine hart, dat zichtbaar werd toen hij volkomen onverwacht onze knoppenaccordeon in ruste bespeelde. Het kleine hart belette de bomenzager niet om onze appelboom met grote gebaren en veel enthousiasme te bevechten. Wat was ie groot, onze appelboom...

​

… We denken toch allemaal hetzelfde?

Een misvatting, waarvan de impact nog niet zo heel lang wordt begrepen. Mensen zijn verschillend. We onderscheiden diverse manieren waarop we onze gedachten vormgeven.

 

Het beelddenken onder de loep.

Een mens wordt geboren als beelddenker. Het denkproces ontstaat uit beelden, gebeurtenissen en zintuiglijke waarnemingen. Kinderen hebben het beeld nodig om de taal te leren. Als een kind vier jaar oud is, ontwikkelt het zich tot een verbale of visuele denker; het kind maakt een onbewuste keuze voor het taal- of beelddenken. Talige denkertjes zoeken plaatjes als ondersteuning van woorden. Kinderen die een (genetisch bepaalde) aanleg hebben voor beelddenken, zoeken woorden bij de plaatjes.

Beelddenken is een snelle, associatieve, visuele manier van denken. Stel je voor dat er per seconde 32 driedimensionale beelden in je hoofd voorbij komen. De registratie van de beelden verloopt dan veelal onbewust. De beelden kunnen later in het bewustzijn worden gebracht. De snelheid waarmee onbewuste beelden ‘voorbij komen’ maakt het lastig om daarbij woorden te vinden. Laat staan dat je daaraan ook nog een tijd- en ruimtebepaling moet verbinden…

Gesproken of gelezen woorden roepen beelden op die direct worden geassocieerd met andere beelden. De beelddenker ziet dan ook vaak een snelle oplossing waarbij de stappen om er te komen niet bewust gemaakt kunnen worden. Hij wil informatie simultaan, gelijktijdig, verwerken en zoekt naar de overeenkomsten. De verwerking van auditieve informatie verloopt bij beelddenkers vaak moeizaam. Dat wat gezien wordt gaat voor dat wat gehoord wordt. Woorden zijn abstracte begrippen waar de jonge beelddenker geen binding mee heeft. Om de betekenis van woorden te ervaren moet alle informatie worden omgezet in beelden. De beelddenker moet zijn beelddenken bewust leren gebruiken, zodat een ogenschijnlijk praktisch onvermogen wordt vertaald naar een vermogen.

 

Maria Krabbe, drs. P.C. Ojemann hebben een lans gebroken voor de beelddenker. Niet alleen hebben zij onderzocht en beschreven waar de beelddenker ondersteuning verdient, maar ook hebben ze de nadruk weten te leggen op de talenten van de beelddenker. Marion van de Coolwijk, zet zich nog altijd in om het visuele denken onder de aandacht te brengen. Zij ontwikkelt handvatten die mensen met een visueel leer- en denksysteem kunnen helpen het talige onderwijs beter te verwerken.

bottom of page